De twee schietgaten in de ronde kant van de muur waren (op de plavuizen na) vrijwel gaaf gebleven, het schietgat aan de noordzijde was door instorting van het metselwerk zwaar beschadigd. De nis aan de zuidzijde is altijd een luikopening geweest; de "duimen" waarop het luik scharnierde zaten nog in de muur. Bij de trap is een groter luik; daarlangs konden vanuit schuitjes in de gracht de voorraden brandhout en voedsel naar binnen worden gebracht. In het gewelf zijn 2 rijen van 3 zwartgeverfde stompjes ijzer zichtbaar, waaraan waarschijnlijk haken of ringen hebben gezeten, die bovenop het gewelf zwaar waren verankerd. Hieraan konden voedselvoorraden worden opgehangen buiten het bereik van ratten en ander ongedierte.
In de vlakke achterwand is de volkomen gave, middeleeuwse bakkersoven teruggevonden. Deze wordt af en toe nog gebruikt! Daarboven loopt het rookkanaal door de muur omhoog om op zolder te eindigen in de schoorsteen.
Gebruik muis of pijlen op het toetsenbord om rond te kijken in de kelder.